#landbouw
#wiet controle
#dekgewassen
#watermeloen
#winterhard
#mosterd
Het succes van de teelt van groentegewassen in de droge steppezone hangt grotendeels af van de beschikbare natuurlijke hulpbronnen, met name het klimaat en de bodem. De bodem in deze regio is heterogeen, variërend van zand tot zware kleigronden, wat direct van invloed is op de beschikbaarheid van voedingsstoffen voor plantengroei. Het is van cruciaal belang om geschikte bodembedekkers te selecteren om de bodemvruchtbaarheid en -structuur te behouden en om de effecten van omgevingsstressoren zoals winderosie en droogte te bestrijden.
Volgens recente studies van het Russische Ministerie van Landbouw stelt de droge steppezone verschillende uitdagingen voor de teelt van groentegewassen vanwege de specifieke bodemgesteldheid en omgevingsfactoren. De granulometrische samenstelling van de bodem in deze regio is overwegend zandig of leemachtig, wat een uitdaging vormt voor het vasthouden van water en voedingsstoffen. Bovendien verergert het lage gehalte aan organische stof in de bodem de effecten van droogte, wat leidt tot verminderde gewasopbrengsten. Door bodembedekkers zoals peulvruchten toe te voegen, kunnen boeren de bodem echter verrijken met organisch materiaal en stikstof uit de lucht vastleggen, wat leidt tot een betere beschikbaarheid van voedingsstoffen voor volgende groentegewassen.
Bovendien is het testen van de bodem op nutriëntenniveaus een cruciale stap in het succesvol telen van gewassen. Volgens het National Soil Resources Institute kunnen landbouwers met regelmatig bodemonderzoek hun bemestingsprogramma's afstemmen op de specifieke voedingsbehoeften van hun gewassen, waardoor overmatig gebruik van meststoffen wordt voorkomen en negatieve milieueffecten worden geminimaliseerd. Daarom moeten agronomen en landbouwingenieurs boeren aanmoedigen om regelmatig bodemonderzoek uit te voeren en aanbevelingen doen voor geschikte bemestings- en nutriëntenbeheerpraktijken.
Een studie uitgevoerd op het Bykovskaya-experimenteel station in de regio Volgograd in Rusland had tot doel de langdurige effecten van verschillende bodembedekkers op het gehalte aan voedingsstoffen in de bodem bij het telen van watermeloenen te onderzoeken. Uit de studie bleek dat het gebruik van bodembedekkers het gehalte aan voedingsstoffen in de bodem verhoogde, wat leidde tot betere en stabielere gewasopbrengsten. Bodemvruchtbaarheid is echter slechts een van de vele factoren die het succes van de teelt van gewassen bepalen, vooral in gebieden met unieke klimatologische omstandigheden.
Het proefstation van Bykovskaya bevindt zich in een gebied dat wordt gekenmerkt door een continentaal klimaat, met hete en droge zomers, frequente stofstormen en harde wind. In 2022 lag de gemiddelde dagtemperatuur tijdens het groeiseizoen 5.1-0.9°C onder het meerjarig gemiddelde, behalve in augustus, waar de temperatuur 2°C boven het meerjarig gemiddelde lag. Neerslag was ongelijk verdeeld, met de meeste neerslag (50.5 mm) in juni. De totale hoeveelheid neerslag tijdens het groeiseizoen was 136.5 mm, 26.5 mm lager dan het meerjarig gemiddelde. De grond op het proefstation was licht kastanjebruin en zanderig, met grondwater op een diepte van 8-10 meter.
De grond bleek heterogeen te zijn, met verschillende lagen variërend van grijs, los en zanderig op 0-30 cm, tot lichtgrijs, ongelijkmatig gekleurd en meer kleiachtig op 30-45 cm. De laag op 45-90 cm was licht, structuurloos en kleiachtig, terwijl de laag op 90-160 cm zanderig, licht en los was. De landbouwkundig meest waardevolle aggregaten, variërend van 0.25 mm tot 10 mm, vormden 40-45% van de bodem, afhankelijk van de laag. Fijn zand van 0.25 mm vormde een aanzienlijk deel van de grond, tot 20%, wat wijst op een hoge waterdoorlatendheid.
Over het algemeen suggereert de studie dat bodembedekkers een effectieve manier kunnen zijn om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren, wat leidt tot betere gewasopbrengsten. Boeren en landbouwexperts moeten echter met veel factoren rekening houden bij het verbouwen van gewassen, vooral in gebieden met unieke klimatologische omstandigheden. Door een holistische benadering van de teelt van gewassen, inclusief bodembeheer, vruchtwisseling en irrigatie, kunnen boeren hun opbrengsten optimaliseren en duurzaamheid op de lange termijn garanderen.
Uit de studie bleek dat het stikstofgehalte hoger was bij alle behandelingen tijdens de zaailingfase, wat kan worden toegeschreven aan de toename van de microbiële activiteit in de bodem. Soortgelijke trends werden waargenomen voor fosfor en kalium, waarbij het hoogste gehalte werd waargenomen voor winterrogge. Het gehalte aan nutriënten nam echter af tijdens de rijpingsfase van het fruit in alle behandelingen, ook die van het tweede en derde jaar.
De resultaten van het onderzoek suggereren dat de selectie van het juiste bodembedekker een aanzienlijke invloed kan hebben op het gehalte aan voedingsstoffen in de bodem en uiteindelijk op de gewasproductiviteit. Boeren en agronomen zouden deze bevindingen in overweging moeten nemen bij het selecteren van een bodembedekker om de bodemvruchtbaarheid voor watermeloengewassen te verbeteren. Bovendien kunnen regelmatige bodemonderzoeken landbouwers helpen de nutriëntenniveaus in de bodem te bewaken en hun beheerpraktijken dienovereenkomstig aan te passen.
Ondanks de droge omstandigheden in het onderzoeksgebied, bleken dekgewassen effectief te zijn in het onderdrukken van onkruid in watermeloengewassen. Met name winterrogge was het meest effectieve bodembedekker om onkruidschade te verminderen. Bovendien had het gebruik van mosterd als dekgewas een langdurig effect op de onkruidonderdrukking. Deze bevindingen suggereren dat het gebruik van bodembedekkers een economisch haalbare methode kan zijn om onkruidschade te verminderen.