Akkerbouwers wachten nog steeds op volledig autonome systemen die financieel zinvol zijn.
Gerrit Kurstjens
Akkerbouwer, Australië
- Gerrit Kurstjens is geboren en getogen in Nederland, waar hij een loonbedrijf startte, later een mesttransportbedrijf en vanaf 1985 een bouwbedrijf runde voor mesttransport en mestverspreiders.
- In 1996 verkocht hij dit bedrijf en was van plan een (semi)pensioen te nemen. Hij wilde 6 maanden per jaar in Nederland wonen en de overige 6 maanden in Australië. In de praktijk ging het heel anders. Hij woont nu minimaal 10 tot 11 maanden per jaar in Australië.
- Sinds 2001 heeft hij als investering verschillende boerderijen in Australië gekocht om te verhuren. In 2006 kocht hij een akkerbouwbedrijf van 11,000 ha en ging er zelf mee aan de slag.
Automatisering bestaat al vele jaren in de vliegtuig- en mijnbouwindustrie. In de container- en magazijnbranche is het autonoom verplaatsen van goederen volkomen normaal. Waarom is dit dan niet het geval bij landbouwmachines?
Niet geschikt of economisch voor akkerbouwbedrijven
Het lijkt erop dat er elke dag ergens ter wereld een nieuwe futuristische autonome landbouwmachine wordt ontwikkeld die “binnenkort op de markt komt”. Maar in de praktijk zijn ze vaak niet geschikt of economisch voor akkerbouwbedrijven. De akkerbouwsector wacht nog steeds op volledig autonome machines om financieel zinvol te worden.
Australische boeren zijn bijvoorbeeld niet geïnteresseerd in het vervangen van hun 24 meter brede plantmachine door twee 12 meter brede plantmachines die worden getrokken door twee afzonderlijke tractoren die worden bestuurd door één machinist. En heeft het zin als een boer zijn 48 meter brede spuit vervangt door een zwerm van vier spotspuiten, die vanaf de rand van het veld met een tablet worden aangestuurd? Mocht dit duurder blijken te zijn, dan is het antwoord uiteraard 'nee'.
Wat boeren wel nodig hebben, is een “autonome add-on” voor hun bestaande tractoren
Hebben boeren een tractor zonder cabine nodig, alleen maar om te laten zien dat het inderdaad een autonome tractor is? Natuurlijk niet, ze willen de machine ‘voelen’ wanneer ze het veld moeten testen op gebieden die mogelijk te nat en te zacht zijn om op te werken, of terwijl ze ervoor zorgen dat het werktuig correct werkt in verschillende delen van het veld. Wat boeren wel nodig hebben, is een “autonome add-on” voor hun bestaande tractoren.
Miljoenen dollars worden besteed aan de ontwikkeling van autonome systemen. Dat is allemaal heel spannend, maar als het resultaat niet economisch is voor de boeren, waarom zouden ze dan de moeite nemen om daarin te investeren?
Minder chemicaliën en minder arbeid
Boeren willen repetitieve taken, zoals onkruidbestrijding, kunnen uitvoeren met minder chemicaliën en minder arbeid. Als ze tevreden zijn met de aanpassing van de machine voor een nieuwe taak, willen ze graag de autonome besturing inschakelen en naar huis gaan. Ze hebben moeite om arbeiders te vinden die bereid zijn om – als een zak aardappelen – de hele dag en nacht op de tractor te zitten en niets te doen. Breedacre-gewassenboeren in Australië moeten twee keer zoveel hectare bewerken om dezelfde hoeveelheid gewassen te produceren als hun collega's in gebieden met meer regenval.
Gecontroleerde verkeerslandbouw
Eén manier om dit te doen is door gebruik te maken van schaalvoordelen. Het is geen wonder dat de meeste boerderijen in onze omgeving ruim 5,000 ha beslaan. De toepassing van Controlled Traffic Farming (CTF) lost het probleem op van verdichting veroorzaakt door zware machines. No-Till en spotspuiten zijn al standaardpraktijk.
Autonome systemen zouden heel goed de standaardpraktijk kunnen worden, zolang die systemen maar voldoen aan de praktische eisen van boeren en een investering financieel zinvol is. Het lijkt erop dat we dat punt nog niet hebben bereikt.