Landbouwproducten van boeren in Armenië zijn niet onderworpen aan BTW. Het lijkt erop dat dit een belastingvoordeel is, maar in werkelijkheid raakt het de boeren zelf als een boemerang, die hierdoor gedwongen wordt de goederen goedkoper te verkopen. In 2018 probeerden ze het probleem al op te lossen, nu hebben ze het opnieuw benaderd.
Het Ministerie van Economische Zaken van Armenië probeert opnieuw het al lang bestaande probleem met de belastingheffing op landbouwproducten op te lossen. In Armenië is er geen BTW over verschuldigd, en het lijkt erop dat dit gunstig is voor de boeren: ze verdienen toch geen miljoenen, dus innen ze tenminste geen belastingen van hen. Maar het probleem is dat het ontbreken van BTW de boeren niet alleen niet helpt, maar hen vaak ook hindert. Aangezien de BTW niet de gemakkelijkste belasting is, zullen we het probleem in een aparte paragraaf uitleggen, en dan zullen we het hebben over het wetsontwerp zelf, dat het Ministerie van Economische Zaken voorstelt om het probleem op te lossen.
Veelkleurige BTW
Btw is een belasting die niet wordt betaald door een boer die druiven verbouwt, en niet door een supermarkt in Jerevan die deze druiven verkoopt. Het wordt toegevoegd aan de uiteindelijke prijs die u en ik betalen. Laten we voor de eenvoud de situatie in het diagram weergeven: aan de linkerkant is de "ideale" situatie, aan de rechterkant is de echte.
Idealiter verkoopt een boer een voorwaardelijke kilo druiven. Zijn aandeel bedraagt 300 drams, dit is in het groen weergegeven. Verder wordt er 60 drams (dat wil zeggen 20%) BTW over geheven. Voor deze 360 drams rekent de winkel 100 drams van zijn opslag aan, waar ook nog eens 20 drams BTW aan wordt toegevoegd (dus weer 20%). Druiven kosten 480 drams in het schap van de supermarkt.
Nadat de goederen zijn verkocht, betaalt de supermarkt de staat twee rode “vlekken” van de btw: de bovenkant (eigen) en de onderkant (boerderij). Daarna meldt de belastingdienst hem: “Uw verkoop heeft 60+20 BTW-drams opgeleverd, 20 namens u, 60 namens de boer.”
Als de BTW-keten dus normaal werkt, creëert deze voor alle deelnemers een belasting van 0%. Er ontstaan problemen als de keten faalt.
Welke zijn weergegeven in het diagram rechts. De Belastingdienst zegt tegen de supermarkt: “Wij rekenen geen BTW aan boeren, maar deze 60 drams moeten wel van iemand worden afgenomen. We zullen het van je overnemen, er is geen andere uitweg.”
Er zijn verschillende opties om het probleem voor de supermarkt op te lossen. De eerste is om ze uit je “harde geld” te geven (van je “paarse” stuk van 100 dram). Natuurlijk zal niemand dat doen. De tweede optie is om de uiteindelijke prijs te verhogen en te betalen ten koste van de koper (dit zal ook niemand doen, om geen klanten te verliezen). Daarom is de derde optie geldig, waarbij de ‘extreme’ de boer is. De supermarkt “snijdt” 60 drams af van de opbrengst van de boer (het groene stuk op de foto) en koopt druiven voor 240 in plaats van 300, en geeft de extra 60 drams (weergegeven in blauw) aan de staat om BTW te betalen (dat wil zeggen: met blauw 60 drams “dooft” rood).
Zo hebben we op de toonbank allebei 480 dram betaald en blijven betalen, en de staat blijft met zijn rode stukken, de supermarkt met zijn paarse stuk, en het groene stuk van de boer wordt verkleind.