Van de vier traditionele gewassen scoort uienfertigatie het hoogst. Ook de resultaten van fertigatieproeven met zaaiuien zijn dit jaar bemoedigend.
Uit onderzoek van het Uien Innovatie- en Kenniscentrum (UIKC) in het Zeeuwse Kolinsplaat blijkt dat fertigatie de netto opbrengst van uien verdubbelt: 65 ton per hectare versus 30 ton per hectare zonder irrigatie. De boom acht keer besproeien gaf een opbrengst per hectare van 40 ton per hectare.
Fertigatie kan duurder zijn dan conventionele irrigatie, maar door hogere opbrengsten kan het snel verdwijnen. Van Yperen berekende dat uientelers met fertigatie € 3,150 meer per hectare zouden kunnen verdienen dan met conventionele irrigatie. De hoogste kostenpost is kunstmest, gevolgd door afdruipband, systeemkosten en plaatsings- en schoonmaakkosten.
Volgens Van Iperen zijn de meerkosten van fertigatie 1,850 euro ten opzichte van irrigatie. Bij een uienprijs van 0.20 eurocent en een opbrengst van 80 ton per hectare levert fertijes 16,000 euro op. Regelmatige irrigatie geeft een opbrengst per hectare van 55 ton en met 0.20 eurocent blijft het financiële rendement op 11,000 euro. € 16,000 minus bijkomende fertigatiekosten zijn samen € 3,150 per hectare. Door teler berekende tonnages zijn gemiddelden van UIKC-testresultaten in 2020, 2021 en 2022.
Fertigatie geeft meer grip op gewas en geeft meer zekerheid en rendement
MIKEY AKKERMANS, FERTIGATIESPECIALIST VAN IPEREN
Van Yperen heeft jarenlange ervaring met het fertigeren van voornamelijk uien en rapporteerde onlangs over resultaten uit Oude-Tong in het zuiden van Nederland. “Fertigatie zorgt voor een betere grip op het gewas, verhoogt de gewaszekerheid en -efficiëntie, zorgt voor een betere productkwaliteit en een hogere gewasstabiliteit”, zegt fertigatiespecialist Mikey Ackermans.
Uien hebben volgens Van Iperen tussen de 150 en 250 millimeter water nodig, afhankelijk van teeltgebied, plantstadium, standplaats en seizoensinvloeden. Dit is meer dan bijvoorbeeld aardappelen, die doorgaans 100-150 millimeter per hectare kunnen groeien. Afgelopen teeltseizoen heeft de uienteler door hevige droogte in enkele proeven bijna 300 millimeter water gegeven. Het is de kunst om zo efficiënt mogelijk te bemesten met behulp van water en kunstmest.
Dit vereist een optimale wateropname en voeding. Dit wordt onder andere beïnvloed door de afstand tussen de druppels. Hoe dichter de slang bij de zaadrij is, hoe efficiënter het water wordt gebruikt. Het gevaar is dat de buitenste rijen belemmerd raken doordat ze minder water krijgen. Akkermans adviseert om één slang in twee rijen in een uienbed te leggen. Op een bed van 1.5 meter komen twee slangen voor vier rijen uien.
Vocht na het zaaien
Daarnaast is het belangrijk om de slangen diep genoeg te leggen. 'Minimaal 5 centimeter. Hiervoor wordt het zaaibed dieper voorbereid, dus bevochtigen na het zaaien is noodzakelijk. Maar als de slangen te strak op elkaar zitten, kunnen de lekgaten verstopt raken, barsten de slangen of ontstaat er schade door te veel eten.'
Akkermans meldt dat voor een gele ui met vier zaadeenheden, 1 miljoen zaden, in theorie een uienopbrengst van 100 ton per hectare zou kunnen worden gehaald. Door verschillende factoren werkt dit in de praktijk niet. Wat er is gebeurd? In de praktijk heeft water in combinatie met bemesting de grootste invloed op de opbrengst. "Onjuist water geven en bemesten kan leiden tot oogstverliezen tot wel 40 procent", vertelt een teler.
Oorzaken van opbrengstdaling
“Het begint helemaal aan het begin van de teelt. Als de zaden niet voldoende ontkiemen, de bodemstructuur niet optimaal is en na het zaaien lang droog blijft, geef je gewoon 30 ton gewas af. Onkruid, ziekten en plagen kunnen later in de teelt tot wel 30 procent reductie leiden. Bovendien kunnen de opbrengsten door zoutschade 20 procent lager uitvallen.'
Overigens bleek uit een UIKC-druppelirrigatietest uit 2022 op proefbedrijf Rustchove in Kolinsplaat dat druppelirrigatie met zout water wel degelijk mogelijk is. Bij gebruik van alleen druppelirrigatie worden geen meststoffen toegepast. Het resultaat van brak water met een elektrische geleidbaarheid (EC)-waarde van 4 is bijna hetzelfde als druppelbevloeiing met zoet water, meldt Delphy op Uiendag in augustus.
EC-waarde 8
Waar uien 60 millimeter druppelden bij EC 4, hield het gewas zich goed ondanks de hogere zoutconcentratie. De proefpersoon vertoonde dezelfde bladontwikkeling en uientelling als een vergelijkbare zoetwaterproefpersoon. Bij een CZAV-druppelproef op een vakantieboerderij druppelde op één veld zelfs water met een EC-waarde van 8.